Wat is karate?

Karate is een Oosterse gevechtssport waarbij de ledematen gebruikt worden als natuurlijke aanvals- en verdedigingswapens. Het woord zelf is trouwens samengesteld uit "Kara" wat ′vrij′ of ′ongewapend′ wil zeggen, en ′te′ wat hand betekent. Karate betekent dus "lege hand" en duidt op het ongewapend gevecht. Karate is eigenlijk ontstaan in China omstreeks 2200 voor Chr. uit het Chinees boksen. Via contacten met Okinawa (militaire acties, handelsbetrekkingen) raakte deze vorm vermengd met plaatselijke gevechtstechnieken (Tode). Uit deze combinatie is het Karate ontstaan zoals we het nu kennen.

Tot 1875 werd alles in het geheim beoefend. Pas in 1922 werd Karate geïntroduceerd in Japan en daar geperfectioneerd. Vanuit Japan veroverde Karate de wereld. Karate is een ′Martial Art′ waar de nadruk op de verdediging ligt en helemaal niet op de aanval. Een Karateka moet er alles aan doen om een gevecht te vermijden, zelfs vluchten. Enkel en alléén in het geval dat je eigen leven of dat van anderen in gevaar is, mag je Karate gebruiken.

De moderne ′lege hand′

Karate is een Japanse vechtkunst. In eerste instantie is het een kunst van zelfverdediging: bij een aanval weert men af om daarna de tegenstander met één tegenaanval uit te schakelen, zodat het gevaar definitief afgewend is. Dit vereist een enorme beheersing van de technieken. Vandaar de strenge gedragscode, zo kenmerkend voor oosterse vechtkunsten, en zeker de Japanse. Het aanleren van vechttechnieken moet vergezeld gaan met het eerbiedigen van gedragsregels. Vanzelfsprekend zochten karatebeoefenaars, en dan vooral westerse, naar een manier om hun bekwaamheid met elkaar te meten. Dit resulteerde in verschillende wedstrijdvormen, waardoor karate meer en meer in een sportieve context wordt geplaatst en ook als wedstrijdsport wordt beoefend.

Karate als zelfverdediging

Kime of totale fysieke inzet

Het doel van karate is het uitschakelen van een aanvaller met één enkele, beslissende tegenaanval, zonder behulp van wapens. De technieken moeten zeer precies en efficiënt uitgevoerd worden, met inzet van alle beschikbare energie en met een sterke focus en beheersing. In het Japans noemt men dit kime. 'Ki' betekent 'innerlijke energie', 'me' betekent 'focus'.

Zanshin of totale mentale inzet

Een gevechtssituatie vereist een correcte tactische inschatting. Men moet de juiste technieken gebruiken op het juiste moment en op de juiste plaats en in functie van de eigen mogelijkheden en die van de tegenstander(s).

Zanshin betekent 'ontspannen waakzaamheid' en is in die zin een Japans woord dat alle mentale aspecten verzamelt die met alertheid te maken hebben. Wie karate beoefent, maakt zich een vorm van behoedzaamheid eigen, want is alert op mogelijke gevaren of aanvallen. Deze waakzaamheid wordt voortdurend geoefend: voor, tijdens, maar vooral ook na het uitvoeren van een techniek. Daardoor is een karateka in staat om, ook na een actie met maximale fysieke inzet, toch nog een eventueel volgende aanval op te vangen. Het correct uitvoeren van een techniek vereist een zodanige beheersing en controle dat ogenblikkelijk kan worden overgegaan tot een volgende techniek. Deze zanshin leert een karateka om zijn omgeving te observeren en kritisch te analyseren en om fysiek en mentaal in staat te zijn om op eventuele gevaren, zelfs onvoorziene, gepast te reageren.

No-contact

Een belangrijk aspect bij karatebeoefening is het fysiek contact bij de uitvoering van een techniek. Hierbij moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen contact en impact. Met contact bedoelt men het 'raken' van de tegenstander of partner, impact daarentegen betekent het binnendringen van energie bij de tegenstander, met een mogelijk kwetsuur tot gevolg. Impact wordt niet aanvaard, juist omdat het kan kwetsen.

Bij het trainen houdt men rekening met de fysieke en mentale gesteldheid en het niveau van de tegenstander. De karateka respecteert de integriteit van zijn oefenpartner. Contact echter kan behulpzaam zijn om de verdedigingsreflex te verbeteren. Gevorderde karateka’s, tijdens hun oefenstonden onder elkaar, zoeken dit soms op omdat dit de realiteit van een echte kamp benadert. In een wedstrijd is impact nooit toegelaten en wordt elk contact ernstig beoordeeld. Contact is niet noodzakelijk om te kunnen scoren. Scheidsrechters beoordelen het potentieel van een techniek zonder dat contact nodig is. Wedstrijd of training, de intentie om te kwetsen is alleszins altijd onaanvaardbaar. Of het nu gaat om een trainingspartner of een tegenstander bij een competitie, steeds blijft de eis bestaan voor een volledige controle of beheersing van de opgewekte kracht en energie.

Karate als sport

Om maximale kime te verkrijgen moet het lichaam zo efficiënt mogelijk ingezet worden. Dit vereist een lange en intensieve training. Het beoefenen van karate ontwikkelt alle fysieke basiseigenschappen: in hoge mate weerstand, explosiviteit en coördinatie, maar ook lenigheid, snelheid, kracht, uithouding en souplesse. De fysieke ontwikkeling gebeurt zeer evenwichtig: men krijgt geen overbelasting of onderontwikkeling van spiergroepen, maar een complete lichaamsvorming. Hierdoor worden sportafwijkingen of letsels vermeden. Karatetechnieken moeten zeer precies uitgevoerd worden om het beoogde doel te bereiken. Coördinatie en automatisatie zijn hierbij essentieel. Tenslotte moet maximale beheersing of controle verkregen worden. De tegenstander is in beweging en dat maakt het nodig om technieken snel van richting of plaats te kunnen veranderen. Bovendien mag men de gevechtspartner tijdens een training of wedstrijd nooit echt uitschakelen of kwetsen.

Wat is JKA karate?

JKA- Karate (Japan Karate Association) behoort tot de Shotokan Stijl. Deze karatestijl werd opgericht door Gichin Funakoshi in Tokyo in 1938. Sensei Funakoshi wordt beschouwd als de grondlegger van het moderne Karate. Hij introduceerde het Karate in Japan via een demonstratie aan het Keizerlijke hof. In 1924 werd Karate opgenomen als vast onderdeel in de lichamelijke opvoeding. "SHOTOKAN" is samengesteld uit "Shoto" en "Kan". "Shoto" betekent : "wind door de dennebomen" of "golven door de dennebomen" en "Kan" betekent "huis" (gebouw) of "Dojo" (oefenzaal). Gichin Funakoshi beoefende ook de dichtkunst en de Kalligrafie en ondertekende zijn verzen die hij schreef met een schuilnaam : Shoto. Bij de oprichting van de eerste Dojo in Tokyo werd Shotokan gebruikt, wat zoveel betekent als oefenzaal van de wuivende dennebomen.

Shotokan-Karate heeft als kenmerk krachtige rechtlijnige technieken met sterke diepe standen. De specifieke stijleigenschappen zijn:

  • Meestal rechtlijnige verplaatsingen in ruime, diepe standen met als doel zoveel mogelijk afstand te overbruggen
  • Krachtige technieken met een ruime voorwapening
  • Kracht ondersteund met ademhaling

Karatetraining heeft drie oefenvormen: kihon, kata en kumite. Kihon is het inoefenen en optimaliseren van de technieken, kata is het toepassen van de technieken in een schijngevecht, kumite is het oefenen van de technieken met een partner in al of niet vereenvoudigde gevechtsvormen.

De techniektraining (kihon)

De opeenvolging van technieken is steeds volgens hetzelfde basisprincipe: afweren en uitschakelen, waarbij een karateka zijn lichaam inzet als wapen. Arm- en handtechnieken worden vooral ingezet om te verdedigen en om aan te vallen. Been- en voettechnieken worden vooral ingezet om uit te schakelen. Al deze technieken kunnen slechts met maximaal effect uitgevoerd worden als ze vertrekken vanuit een sterke basis: de stevige en stabiele standen van de karateka. Deze zijn de basis voor snelheid en kracht.

Het schijngevecht (kata)

Kata, of schijngevecht, is een vastgelegde opeenvolging van stukjes gevecht. Deze combinaties van technieken kunnen ingeoefend worden met partner. Deze oefeningen zijn de zogenaamde bunkai. In de bunkai worden ook grepen, vegen en klemmen geoefend. Deze schijngevechten kennen een opklimmende moeilijkheidsgraad. Ze beheersen is een onderdeel van het groeien in karate.

Het gevecht met partner (kumite)

Het uiteindelijke doel is zichzelf te kunnen handhaven in de situatie van een echt gevecht. Dit wordt geleidelijk opgebouwd vanuit vereenvoudigde gevechtssituaties. Deze vereenvoudigingen bestaan meestal in het beperken van het aantal technieken, het opleggen van soorten technieken, het werken op signaal en zo meer. Zo tracht men de beginnende karateka op te leiden voor het uiteindelijke 'vrij gevecht'. De manier waarop dit gebeurt is volledig in overeenstemming met de richtlijnen van het Vlaams decreet inzake Medisch Verantwoord Sporten. Een karatetraining ontaardt niet in een verbeten lijf-aan-lijfgevecht, noch in een agressief inbeuken op elkaars lichaam, waarbij alles is toegelaten. Bepaalde exotische vechtvormen, die nochtans in hun naam naar karate verwijzen, hebben om die reden niets met karate te maken. Op training wordt karate doorgaans geoefend zonder beschermstukken, enerzijds wegens de opgelegde controle, maar ook om de leerlingen bewust te maken van de aard en de ernst van vechtsituaties. Bij competitie wordt een minimum aan beschermstukken opgelegd, om accidentele kwetsuren te voorkomen.

Karate als competitiesport

Het is normaal dat een karateka graag wil weten hoever hij staat in de bekwaamheid en beheersing van karate. Enerzijds is daarvoor een gradensysteem uitgewerkt, maar anderzijds kan hij zijn kunde meten met andere karateka's in competitie.